DE RODE EEKHOORN
De eekhoorn, ook wel gewone of rode eekhoorn genoemd, is net als hamsters, muizen en cavia’s een knaagdier. Het zijn solitaire dieren die men vooral in loofbossen, naaldbossen of gemengde bossen tegenkomt. Hun grote pluimstaart gebruiken ze om hun evenwicht te bewaren tijdens het klimmen en het springen.
Voeding
In de herfst en de winter eten eekhoorns voornamelijk zaden van bomen, zoals hazelnoten, beukennootjes, okkernoten, tamme kastanjes, enz. In tegenstelling tot wat mensen vaak denken, lusten eekhoorns niet zo graag eikels. Eikels bevatten namelijk looizuren en die kunnen eekhoorns niet goed verteren. Ze eten dan ook enkel eikels bij gebrek aan beter voedsel.
​
Een andere veel voorkomende misvatting is dat eekhoorns een winterslaap houden. Dit is niet zo. In de herfst leggen ze echter wel een voedselvoorraad aan om de wintermaanden door te komen. In de winter kunnen ze hierdoor hun activiteiten tot het minimum beperken en energie besparen.
​
Wanneer de lente aanbreekt zullen eekhoorns gebruik maken van deze voedselvoorraad aangezien er in die periode nog maar weinig zaden te vinden zijn. Ze zullen dan ook knoppen, scheuten, bloesems van bomen, zwammen en bessen eten. Eekhoorns eten in de lente ook insecten, vogeleieren en wanneer de kans zich voordoet een jonge vogel.
Voortplanting
Eekhoorns bouwen een bolvormig nest met een diameter van ongeveer 30 cm in bomen of grote struiken. Hiernaast hebben ze nog 5 Ã 6 andere nesten in gebruik. Een nestje bestaat doorgaans uit 2 tot 6 eekhoornjongen. Ze worden blind, doof en naakt geboren. Na 3 weken krijgen ze al wat donshaartjes en na een maand gaan hun oogjes open.
Vijanden
De natuurlijke vijanden van de eekhoorn zijn de havik, bunzingen, boommarters, kraaien en vossen. Jonge eekhoorns kunnen natuurlijk ook ten prooi vallen aan honden en katten.